Aangekomen bij het crematorium hebben we Jasper* samen naar binnen gedragen. Daar stonden alle bloemen al klaar. Het waren er zo veel en zo mooi. Onze beer met het lint hebben we op Jaspers* kistje neergezet. En de rode ballon aan zijn kistje vast gemaakt. Een foto met zijn “bobdebouwer” helm hebben we aan zijn voetjes gezet. Zo kon iedereen Jasper* nog zien. En wat voor een mooi kereltje wij moesten missen. Conny had Jasper graag nog op schoot gehad bij het afscheid. We zijn voor Jaspers* kistje gaan zitten met zijn grote vriend Brammie.
Nadat iedereen binnen was gekomen, hebben we “have a little faith in me” gedraaid. De begrafenis-onderneemster heeft iedereen verteld hoe de dienst die we voor Jasper hebben gemaakt zal verlopen. Wij hebben daarna de doopkaars en de overlijdenskaars aangestoken. Daarna hebben wij Jasper* voor de laatste keer toegesproken. Conny heeft voorgelezen uit Jaspers* dagboekje en Coen heeft een eigen geschreven stukje voorgelezen :
Donderdag 7 februari 2002,
Lieve smurf,
We zijn een beetje op van verdriet. Helemaal leeg, en durven niks meer te hopen. We kunnen alleen maar afwachten en dat duurt zo ontzettend lang. We houden van veel van je lieve schat. Kusjes mama.
***
Vrijdag 8 februari 2002,
Lieve kleine Jasper,
Het gaat helemaal niet goed met je. Vanmorgen was je hartje op hol. Je had een hartslag van ongeveer 262. De dokters hebben de zuurstof en medicijnen aangepast zodat je hartslag weer omlaag ging. Je saturatie is nu 100%, ook al veel te hoog. Bij babytjes zoals jij hoort het rond de 80-85% te zijn. Verder hebben je papa en mama met de dokter gesproken, en ze weten eigenlijk helemaal niet wat er met je aan de hand is. En eerlijk gezegd weet mama het ook helemaal niet meer. Het doet zo’n pijn jou zo te zien, je bent tenslotte niet voor niets mama’s kleine schat en mama houd echt heel veel van, je kleine vent. Maar als je niet meer kunt vechten vind ik dat niet erg. Je hebt je best gedaan en je hebt laten zien dat je heel bijzonder bent. Sorry lieve schat maar je mama heeft echt het beste met je voor. Liefs je mama.
p.s. De drang om te vechten is even verdwenen, sorry daarvoor.
***
Woensdag 2 april 2003,
Lief engeltje,
Je hebt zo hard voor papa en mama gevochten, maar helaas heb je de strijd verloren. Ik wil je nog zoveel zeggen maar woorden schieten te kort. Ik wilde nog zoveel met je doen..gewoon de alledaagse dingen die zo belangrijk voor ons zijn.
14 maanden is heel kort, ik had er graag nog 14 maanden bij gehad, maar vent we hebben er vrede mee. Het is goed zo. Ik hou van je..altijd. Liefs je mama.
Hai Boef,
We hebben samen gevochten…..en helaas verloren. Papa had je nog veel meer willen beschermen….mijn stevige armen om je heen willen slaan. Maar dat kan niet meer. Genoten heb ik van je. Zoals je naar me keek als ik thuis kwam en je begon te zwaaien met je armen en benen. Of als je op mijn schoot zat of in het fietsstoeltje en dan omkeek. Met een blik van “ben jij mijn papa nou ?” ,Ja jongen…dat ben ik en zal ik altijd blijven. Samen hadden we een mooie vrijdag-middag. Ophalen bij oma en daarna samen fietsen…boodschappen doen….samen koken voor mama. Je hielp me dan in je kinderstoel met je lepel. Dat waren hele mooie momenten die ik diep in me hart draag. Ik ben je mama eeuwig dankbaar dat ze dat zo belangrijk vond voor mij. En dan je mooie lach…altijd. Vooral om Brammie als die voorbij kwam. Dan kon je echt schateren….prachtig. Zelfs de afgelopen dagen nog terwijl je in je bedje lag..een zachte glimlach om je lipjes. Helaas is de tijd te kort geweest…ik had je nog zoveel beter willen leren kennen. Aan je ogen en je lach kon ik zien dat je wou zeggen : “papa ik hou van jou”. Dat je het nooit zelf hebt mogen zeggen, snijdt diep, heel diep door mijn ziel. De afgelopen twee maanden met jou waren echt fantastisch. Na de hartcatheterisatie ging het zo veel beter. Je ging zitten….en was veel meer wakker. Van elk moment heb ik genoten. Zelfs als je midden in de nacht niet wilde slapen maar wilde spelen..lekker bij ons in bed. Echt vent dat zijn prachtige momenten geweest. Ik heb er van genoten. Nou lieve Jouser nu moet ik je laten gaan. Je hebt je rust nu gevonden. Ver weg van de ziekenhuizen, dokters noem maar op. De 14 maanden dat we samen zijn geweest waren fantastisch. Die zal ik voor altijd bij me dragen. Net als jou mooie lach. Dankzij jou zullen vanavond veel kindjes een extra knuffel krijgen. Zoals je volgens ons veel meer geregeld hebt. Rust zacht lieve vent.
Je papa.
We hebben geluisterd naar “waarom nou jij” van Marco Borsato. De tekst was zo pakkend en de muziek zo mooi. En heeft een vriendin het volgende verhaaltje voorgelezen :
Op een ochtend klopte de mier al vroeg op de deur van de eekhoorn.
‘Gezellig’, zei de eekhoorn.
‘Maar daar kom ik niet voor,’ zei de mier.
‘Maar je hebt toch wel zin in wat stroop?’
‘Nou ja…een klein beetje dan.’
Met zijn mond vol stroop vertelde de mier waarvoor hij gekomen was.
‘We moeten elkaar een tijdje niet zien,’zei hij.
‘Waarom niet?’ vroeg de eekhoorn verbaasd. Hij vond het juist
heel gezellig als de mier zo maar langs kwam. Hij had zijn mond vol
pap en keek de mier met grote ogen aan.
‘Om er achter te komen of we elkaar zullen missen,’zei de mier
‘Missen?’
‘Missen. Je weet toch wel wat dat is?’
‘Nee,’ zei de eekhoorn.
‘Missen is iets wat je voelt als iets er niet is.’
‘Wat voel je dan?’
‘Ja, daar gaat het nou om.’
‘Dan zullen we elkaar dus missen,’ zei de eekhoorn verdrietig.
‘Nee,’zei de mier, ‘want we kunnen elkaar ook vergeten.’
‘Vergeten! Jou?!’ riep de eekhoorn.
‘Nou,’ zei de mier. ‘Schreeuw maar niet zo hard.’
De eekhoorn legde zijn hoofd in zijn handen.
‘Ik zal jou nooit vergeten,’ zei hij zacht.
‘Nou ja,’ zei de mier.’Dat moeten we nog maar afwachten. Dag!’
En heel plotseling stapte hij de deur uit en liet zich langs de stam
van de beuk naar beneden zakken.
De eekhoorn begon hem onmiddelijk te missen.
‘Mier,’ riep hij,’ik mis je!’ Zijn stem kaatste heen en weer tussen
de bomen.
‘Dat kan nu nog niet!’ riep de mier. ‘Ik ben nog niet eens weg!’
‘Maar toch is het zo!’ riep de eekhoorn.
‘Wacht nou toch even,’ klonk de stem van de mier nog uit de
verte.
De eekhoorn zuchtte en besloot te wachten. Maar hij miste de
mier steeds heviger. Soms dacht hij even aan beukenotenmoes, of
aan de verjaardag van de tor, die avond, maar dan miste hij de mier weer.
’s Middags hield hij het niet langer uit en ging hij naar buiten.
Maar hij had nog geen drie stappen gedaan of hij kwam de mier
tegen,moe,bezweet,maar tevreden.
‘Het klopt,’ zei de mier. ‘Ik mis jou ook. En ik ben je niet ver-
geten.’
‘Zie je wel,’ zei de eekhoorn.
‘Ja,’ zei de mier. En met hun armen om elkaars schouders liepen
ze naar de rivier om naar het glinsteren van de golven te gaan kij-
ken.
Voordat iedereen afscheid kon gaan nemen van onze lieve vent. Heeft Dorien, de begrafenisonderneemster, nog een klein gedichtje voorgelezen. Daarna hebben we van Herman van Veen ‘spetter pieter pater’ van Alfred Jodocus Kwak gedraaid en kon iedereen langs het kistje lopen en afscheid nemen. Dit liedje zongen we ’s morgens altijd als Jasper* in bad zat. Als laatste zijn we met de opa’s, oma’s en ooms en tantes van Jasper* bij het kistje gebleven en hebben we afscheid genomen van onze guitige vent.
Voordat we naar de koffiekamer zijn gegaan hebben we buiten nog een rode ballon opgelaten. Aan de ballon hebben we een gedicht gehangen wat we naar Jasper* toegestuurd hebben.